Zelf aan de slag

Inspiratiedag vrijdag 3 februari

Het Regionaal Landschap Lage Kempen organiseerde op vrijdag 3 februari een inspiratiedag om de vergeten techniek van het vlechten van heggen terug onder de aandacht te brengen.

Download hier de presentaties.

 

Dirk Cuvelier neemt ons mee in de geschiedenis van het haagvlechten in onze streken.

Dirk Cuvelier_Haagvlechten

Regionaal Landschap Lage Kempen presenteert de resultaten van het Leader project Heggen Leggen in Pelt, Bocholt en Hamont-Achel.

RLLK_resultaten Heggen Leggen

Jeroen Rappé van Tree-Hive geeft meer uitleg over de verschillende technieken van haagvlechten.

Tree-Hive_ Haagvlechten

Sfeerverslag inspiratiedag

Workshops

Vul hier je mailadres in en we houden je op de hoogte van onze volgende workshop.

 

Hoe begin je er zelf aan?

Haagvlechten, heggenvlechten of haagleiden zijn alle technieken die gebruikt kunnen worden om een haag ondoordringbaar te maken. Het leggen en vlechten van hagen is gebaseerd op de natuurlijke reactie van een struik of tak om altijd naar het licht toe te groeien. Dat is normaal gezien recht omhoog. Een haag wordt een vlechthaag op het moment dat er door menselijk ingrijpen een horizontale of diagonale structuur in aangebracht is. Uiteindelijk ontstaat zo een levend, gesloten hekwerk.

Haagvlechten werd eeuwenlang toegepast door voornamelijk boeren. Er zijn veel methodes om een heg te vlechten. Via dit platform willen we jullie alvast 3 methodes toelichten.

In de brochure Plant-Wijzer vind je onder meer informatie over de inheemse planten die geschikt zijn om te leggen.

 

Bekijk de gids hier

1. Staken en binders methode

 

Bij de staken en bindersmethode worden alle struiken vlak boven de grond ingekapt en in één richting gelegd in een hoek van maximum 30° ten opzichte van de bodem. De struiken worden één voor één op elkaar gelegd en in elkaar gehaakt. Om de 60 cm worden er dan staken in het midden van de heg geklopt voor de stevigheid. De heg wordt bovenaan afgewerkt met een band van gevlochten wilgen- of hazelaartenen. De heggen worden meestal op een hoogte van 120 cm gelegd.

Je haag via deze methode leggen, resulteert in een strak afgewerkte haag die als veekering kan dienen. De verjonging van de gevlochten haag wordt gestimuleerd doordat vlak boven de grond de struiken worden ingekapt. Ook kan je met deze techniek hagen die kaal en open zijn aan de onderzijde goed herstellen.

 

Staken en bindersmethode stap voor stap

 

2. Natuurbehoudsmethode

klik hier
© Peter Guedens

Bij deze methode wordt de haag niet afgewerkt met binders en werk je ook met levende staken. Bomen kunnen hier en daar blijven staan, af en toe werk je met staken en je maakt gebruik van levende palen in de haag. Omdat de gelegde haag niet afgewerkt wordt met een tenen vlechtwerk ziet ze er meer natuurlijk uit. De hoogte van je haag is afhankelijk van de functie van je gelegde heg. Wil je de heg als veekering voor schapen gebruiken, dan moet de haag minder hoog zijn dan als je de haag wil gebruiken als afsluiting voor bijvoorbeeld koeien.

Het eindresultaat is een massieve en robuuste, ondoordringbare haag.

Pragmatische methode of boerenstijl

Bij deze methode pas je verschillende technieken toe naargelang de kennis die je hebt, de uitgangssituatie van de bestaande haag (leeftijd haag, aanwezige soorten, huidig beheer, …) en het soort haag dat je wil verkrijgen. Een echt stappenplan voor deze methode is er niet. Het doel is om de haag ondoordringbaar te maken en hiervoor wordt een combinatie van verschillende technieken gebruikt zoals de landbouwers het destijds ook deden. Het is een meer pragmatische aanpak met ruimte voor improvisatie en creativiteit. Het eindresultaat oogt minder strak en ziet er veel meer ‘naturel’ uit. Deze techniek kan toegepast worden in het buitengebied, minder dicht bij een erf, waar de natuur en de heg zijn eigen gang mag gaan.

Het voordeel van deze methode is dat er minder onderhoud nodig is en dat je minder snoeiafval hebt. Een bijkomend voordeel is dat de haag minder snel groeit: waar takken elkaar kruisen, is er een insnoering waardoor de sapstroom gehinderd wordt en daardoor de groei geremd wordt.